– Bijgewerkt op 10 juni 2025 –

Is de NRC nu echt de spreekbuis geworden van anti-luchtvaart activisten? Dat is de vraag die opkomt na het lezen van een artikel van negen pagina’s over de geluidhinder van Schiphol in de weekendbijlage van de NRC van zaterdag 24 mei.

Aandacht voor geluidhinder is natuurlijk zeer terecht. Het is een lastig probleem dat met het huidige beleid niet kan worden opgelost. Al helemaal niet met de bijna heilig verklaarde aanpak: krimp van Schiphol. Een diepgravende analyse zou dus zeer welkom zijn.

Emotie

Helaas, dat is het artikel niet. Het is geschreven en vormgegeven zoals actiegroepen tegen luchtvaart dat doen. Een mengsel van onzin en desinformatie dient als basis om vol op het orgel van de emotie te gaan. Maar de NRC heeft –volgens de verantwoording– helemaal niet met actiegroepen gesproken. Kennelijk komt het gewoon uit de eigen koker, al dan niet ‘geholpen’ door AI.

Analyse

De inhoud van het NRC-artikel is beheerst en grondig gefileerd door Gerben Broekema in een artikel op LinkedIn, dat met zijn toestemming ook hieronder is geplaatst. Niet dat het zal helpen, want het draait bij de besluitvorming in onze emocratie al lang niet meer om feiten en analyses. Emotie is alles overheersend geworden en manipuleren van de emotie is daarmee effectief.

Dat stelt Gerben aan het einde van zijn artikel ook vast:

“Dat dit soort artikelen met deze koppen [te weten: ‘Wonen onder Schiphol: slapeloos, radeloos, rechteloos’] hun uitwerking op meningen hebben blijkt ook uit het feit dat Kamerleden een paar dagen na publicatie de kop letterlijk in de Tweede Kamer citeren en met succes een debat hierover met de Minister voor elkaar krijgen.”

Al met al is dit artikel voor niemand goed. Ook niet voor de NRC zelf. Misschien is alleen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu er een beetje blij mee. De motivatie om Schiphol te laten krimpen bestaat uit drijfzand en dat plan wankelt. Maar als opgeklopte emotie een rechtsstaat kan slopen -zie de Verenigde Staten- moet krimp van Schiphol helemaal geen probleem zijn. Hoe schadelijk dat ook zal uitpakken.


Kwaliteitsmedia, besteed meer aandacht aan balans, nuance en de juiste feiten

door Gerben Broekema, 27 mei 2025

Eerder deze week heb ik, helaas, mijn abonnement op een kwaliteitskrant opgezegd. De reden: het verlies aan vertrouwen in een objectieve, gebalanceerde en genuanceerde berichtgeving op basis van relevante feiten. Dit is op zichzelf geen aanleiding om een LinkedIn-post te schrijven maar aangezien dit een bredere problematiek raakt doe ik dat toch en sluit daarbij af met een oproep aan hoofdredacties.

Ondermaatse berichtgeving

Ik lees of spreek regelmatig mensen, vooral experts, die uit ergernis over afnemende kwaliteit en/of toenemende eenzijdigheid abonnementen opzeggen. Het aansluiten bij het algemeen sentiment lijkt een belangrijkere factor in de redactionele keuze van onderwerpen te zijn geworden dan een objectieve en gebalanceerde benadering. Als expert op het gebied van luchtvaart concludeerde ik dat de berichtgeving op mijn vakgebied zo ondermaats was ten opzichte van de kernwaarden die de betreffende krant zichzelf stelt, dat ik er niet meer op kan vertrouwen dat berichtgeving op andere onderwerpen wel aan die waarden voldoet. Ik ben daarin niet de enige. Uit onderzoek blijkt dat het vertrouwen in nieuws in Nederland afneemt.

Dat mensen vertrouwen in het nieuws verliezen en mensen met kennis van zaken afhaken van kwaliteitsmedia juist vanwege de factor kwaliteit in een context van harde concurrentie van social-media-only nieuwsbronnen en een sterke toename van fake-news verwijten is zorgelijk. Juist in deze context is het bieden van informatie waarbij mensen zelf een gefundeerde mening kunnen vormen essentieel. Traditionele media kunnen (en moeten) hier een rol in pakken. De NRC herkent dat en profileert zich als zodanig: “Onze zoektocht naar de juiste feiten gaat gepaard met een gevoel voor evenwicht en nuance”. Dat een dergelijk medium juist op deze aspecten het zo af laat weten dat abonnees afhaken is ronduit zorgelijk.

De druppel

De bekende druppel was het stuk: “Wonen onder Schiphol: slapeloos, radeloos, rechteloos” dat zaterdag 24 mei in de NRC stond. Uiteraard is het belangrijk dat er aandacht is voor de geluidsproblematiek van Schiphol en dat daarin ervaringen van omwonenden aan bod komen. Ook is belangrijk dat de achterliggende dynamiek qua beleid uitgeplozen wordt. Maar zelfs mensen die onbekend zijn met de problematiek zal zijn opgevallen hoe eenzijdig dit stuk was. Vanuit mijn expertise constateer ik veel tekortkomingen die rechtstreeks raken aan de kernwaarden die de NRC zichzelf stelt: een eenzijdige zoektocht, onjuiste en vooral ontbrekende feiten, het ontbreken van enige vorm van nuance en vooral het volledig gebrek aan evenwicht. En dat terwijl dit met maar liefst negen pagina’s ruimte een unieke kans was om juist op deze waarden goed te scoren en onderscheidend van andere media te zijn.

Ik heb per mail mijn kritiek met de redactie en de auteurs gedeeld. In plaats van enige reflectie op deze tekortkomingen en erkennen dat de feiten die ik aanreikte niet strookten met de inhoud van het stuk, was het antwoord dat van een van de auteurs kwam allesbehalve bevredigend. De uitleg van wat dit artikel beoogde versterkte juist mijn irritatie.

Niet afkraken

Deze LinkedIn-post is niet geschreven met als doel de NRC of dit stuk af te kraken. Ik besef dat dit zo zal overkomen, maar het stuk is zeer geschikt om het soort tekortkomingen, die denk ik illustratief zijn voor wat andere experts in artikelen op hun vakgebied zien, inzichtelijk te maken. Daarvoor moet ik wel een stuk de inhoud in. Ik doe dit langs de vier kernelementen die de NRC zelf benoemt: Zoektocht, Juiste feiten, Nuance, Evenwicht. Onderstaande omvat overigens niet alle kritiekpunten die ik met de NRC heb gedeeld.

Zoektocht

De eerste stap in een dergelijk diepgaand onderzoek is het bepalen van de onderzoeksvraag en daarbij de relevante feiten te verzamelen. Volgens de auteurs was de journalistieke vraag “Hoe kan het dat Schiphol alleen formeel mag groeien bij gelijkblijvende of afnemende geluidshinder, terwijl in werkelijkheid de hinder fors is toegenomen”. Ze hebben hierbij, volgens eigen zeggen, geprobeerd de patronen te ontrafelen die aan die discrepantie ten grondslag liggen.

Direct al in deze centrale vraag zit een zeer wezenlijke fout. Regelgeving met betrekking tot Schiphol wordt formeel gestuurd middels geluidbelasting; niet hinder. In het artikel zelf wordt wel naar beide aspecten gekeken maar nergens in het stuk worden die in relatie met elkaar goed onderzocht. Er komen vooral veel mensen aan het woord die over een langere periode meer hinder zijn gaan ervaren zonder direct de koppeling te maken met de ontwikkeling van het aantal vluchten.

Om tot effectief beleid te komen is het van wezenlijk belang te begrijpen hoe geluidbelasting en geluidhinder zich ten opzichte van elkaar ontwikkelen. Het bereiken van de grens van vijfhonderdduizend vluchten in 2017 was daar uitstekend voor geschikt. Cijfers laten zien dat de geluidbelasting dat jaar overdag en met name in de nacht daalde terwijl het aantal vluchten stabiel bleef. De daling van de geluidbelasting was het gevolg een dalende gemiddelde hoeveelheid geluid per beweging. Echter, in die periode met een stabiel aantal vluchten steeg juist het aantal melders en meldingen bij Bewonersaanspreekpunt Schiphol hard, evenals het percentage van de bevolking dat in RIVM-enquêtes aangaf Ernstige hinder te ervaren. Met hetzelfde aantal vluchten met minder geluidbelasting werd dus meer hinder ervaren.

Dit wijst op een belangrijke dynamiek: minder tolerantie. Zonder daar een oordeel over te vellen, kan je niet anders dan constateren dat dit een zeer wezenlijke dynamiek is in de discussie. Dat andere factoren dan geluidbelasting meespelen is verre van nieuws. Er is veel onderzoek naar die zogenaamde niet-akoestische factoren. Onderzoek uit Engeland wijst uit dat vooral de houding ten opzichte van nut en noodzaak van luchtvaart een zeer bepalende niet-akoestische factor van hinderbeleving rond luchthavens is. Afnemende tolerantie is echter niet voorbehouden voor alleen luchtvaart; we zien het overal in de maatschappij. Woningbouw leidt er ook onder. Zelfs kerkklokken moeten het tegenwoordig ontgelden.

De auteurs van het stuk hebben geen moment naar deze verklaring gekeken en de problematiek vanuit alleen één perspectief benaderd: het beleid met betrekking tot geluid rond Schiphol. Inzichten die naar voren komen zoals de constatering dat het belang van het aantal vluchten in hinderbeleving wordt ondergewaardeerd zijn belangrijk, maar zonder een goed besef van andere factoren kom je op ineffectieve maatregelen.

Mijn voorspelling is dat met 479 duizend vluchten in 2026 meer hinder zal worden ervaren dan in 2019, ondanks een veel lager aandeel van relatief lawaaiiger vliegtuigen zoals de Boeing 747. Sterker nog, een overheid die zelf stelt dat niet alle vluchten belangrijk zijn voedt daarmee de ervaren hinder, als je de conclusies van dat onderzoek uit Engeland toepast.

Juiste feiten

Een belangrijk onderwerp in het NRC-stuk is de uitruil tussen stillere vliegtuigen en meer vluchten. “Een vliegtuig dat 3 decibel stiller is klinkt voor veel mensen even hard. Zo kan de werkelijke overlast stijgen, terwijl de berekende overlast gelijk blijft”, schrijven de auteurs. En daar houdt de ‘analyse’ van dit negen pagina’s lange stuk op. Een gemiste kans want er zijn hieromtrent relevante feiten voorhanden. De jaarrapportage van Bewonersaanspreekpunt Schiphol bevat een grafiek met daarin het aantal specifieke meldingen per beweging per type vliegtuig.

Wat blijkt? Sprongen van 20 tot 50+% minder meldingen per beweging tussen vergelijkbare vliegtuigen van verschillende generaties. Er is dus wel degelijk een daling in hinder van nieuwe generatie vliegtuigen. Ook de feiten die laten zien dat de relatie geluidbelasting – geluidhinder compleet is veranderd, ook bij een gelijkblijvend aantal vluchten, worden niet vermeld. Dat een artikel alleen op echte feiten is gebaseerd, is geenszins een garantie voor een goed stuk. Het gaat er vooral om een goede mix van relevante feiten te laten zien, zeker in een dergelijk dossier. Als een wetenschapper stelt dat een verschil van 3 dB niet hoorbaar is, kan daarmee de vraag of stillere vliegtuigen tot minder hinder leiden niet afgedaan worden.

Een grove fout wordt gemaakt door te stellen dat omwonenden die aan een geluidsoverlast van minder dan 55 dB Lden blootgesteld worden op basis van EU-wetgeving niet meetellen. Dit is rondweg desinformatie. Het artikel bevat een hyperlink naar een geluidskaart van de 55 dB Lden contour van 2021 op basis van 2019 verkeersgegevens. Dit is volgens de auteurs de meeste recente geluidskaart. Op basis van deze kaart wordt aangetoond dat inwoners die in Sassenheim wonen niet meetellen als gehinderden.

Onjuist. De 55 db Lden contour is onderdeel van een verplichte EU-rapportage om hinder middels gelijke criteria te kunnen vergelijken en op te tellen. In de Nederlandse wetgeving wordt gestuurd op vier indicatoren van geluidbelasting. Het laagste niveau voor gemiddeld geluid gedurende de dag is 48 dB Lden , bij mijn weten het laagste geluidsniveau ter wereld waarop wordt gestuurd. De 55 dB Lden contour speelt geen rol in beleid.

Nuance

Mensen vormen een mening vanuit een context. Hoe een lezer aankijkt tegen het feit dat uitruil tussen stiller worden en meer vliegen mogelijk is, zal deels afhangen van hoe dat voor andere modaliteiten zit. De feiten daaromtrent? De toegepaste methodiek voor geluidbelasting rond Schiphol, waar het stuk over gaat, is een internationale standaard die in de basis gelijk is voor alle vormen van omgevingsgeluid: hoe luid, hoe vaak, wanneer.

Echter, daar waar voor luchtvaart die belasting wordt vertaald en vastgelegd in het totaal aantal vluchten, wordt bij andere modaliteiten helemaal niet naar aantallen gekeken, laat staan op gestuurd. Ook daar is dus een uitruil mogelijk en dat gebeurt ook. Met het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) zal het aantal treindiensten en de snelheid op veel plekken toenemen. Als gevolg daarvan zal langs ca. 5 km spoor rondom Amsterdam CS het aantal ernstige gehinderden van 451 naar 1671 en het aantal slaapverstoorden van 149 naar 682 toenemen met de invoering van PHS.

Met deze nuancering kan een lezer een uitruil nog steeds onwenselijk vinden maar voor velen zal hun beeldvorming inzake dit dossier met deze kennis anders zijn dan zonder deze kennis. De auteurs doen in het hele stuk geen enkele moeite om dergelijke nuances te maken. Dat 6,1 miljoen mensen een geluidbelasting boven de WHO-norm hebben vanwege wegverkeer is toch wel relevante context voor de stelling dat tweehonderdduizend mensen te maken hebben met geluidbelasting boven de WHO-norm vanwege luchtvaart.

Evenwicht

De drie voorgenoemde factoren zijn alle drie belangrijk, maar evenwicht steekt daar wat mij betreft qua belang bovenuit. Mensen vormen doorgaans hun mening op basis wat ze van anderen horen of lezen. Die ‘anderen’ zijn vaak familieleden of vrienden. Inzake media zijn die anderen experts, politici, columnisten, maar ook ervaringsdeskundigen. Meningen en/of beeldvormingen worden, bewust of onbewust, beïnvloed door de redactionele keuzes met betrekking tot wie aan het woord wordt gelaten of bij wie ze tijdens hun onderzoek te rade gaan. In praatprogramma’s worden vaak mensen met sterk verschillende invalshoeken of meningen bij elkaar aan tafel gebracht.

In dit artikel wordt weliswaar gesteld dat er ook mensen zijn die geen of veel minder hinder ervaren, maar daarvan komt niemand aan het woord. Dat is raar, want er zijn meer mensen die beperkte of geen hinder ervaren of die de balans tussen hinder en de voordelen van het wonen op die locatie acceptabel vinden. Zelfs binnen hetzelfde gezin zijn er grote verschillen in hinderervaring. Als je de toename van hinder wilt begrijpen, dan is juist de vraag relevant waarom de een wel hinder ervaart en de ander niet.

Experts die ontwikkelingen of methodieken kunnen duiden komen al helemaal niet aan het woord. En dat terwijl in die negen pagina’s alle ruimte was om ook andere perspectieven te laten zien. Voor de algehele beeldvorming over luchtvaart en de geluidsproblematiek maakt het nogal uit of je alleen mensen die veel hinder ervaren aan het woord laat of ook anderen.

Kortzichtige zoektocht

De kortzichtige zoektocht met gebruik van selectieve en deels onjuiste feiten zonder enige nuancering en vooral geen balans heeft zijn uitwerking niet gemist. In eerste plaats op de auteurs en de eindredactie zelf: hun conclusie vatten ze samen met de kop: “Wonen nabij Schiphol: Slapeloos, radeloos en rechteloos”. Nu zijn koppen steeds vaker extreem om aandacht te trekken, maar deze generaliserende kop is bijzonder misplaatst. Het staat haaks op de relatieve positievere ontwikkeling van woningprijzen in gemeenten met veel hinder ten opzichte van gemeenten minder hinder. De levenskwaliteit is een complexe afweging van allerlei voor- en nadelen van ergens wonen.

De Leefbaarometer.nl brengt dit kwalitatief in beeld. Deze barometer, die door het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt beheerd, brengt op basis van enquêtes en transacties in de woningmarkt in kaart in hoeverre de woonomgeving aan de verwachtingen voldoet. Gemeentes met veel hinder scoren op de totale leefbaarheidssituatie allemaal goed of zeer goed met uitzondering van Uithoorn (ruim voldoende).

Een dubbelklik in de barometer op de score van Uithoorn laat zien dat de score vooral negatief wordt beïnvloed door Voorzieningen en nauwelijks door Overlast en onveiligheid. Ik woon zelf nabij Schiphol, binnen de 48 Lden contour, en ik heb in de ruim 20 jaar in het dorp nog nooit iemand gehoord over geluidhinder van Schiphol. Terwijl we volgens het NRC-artikel slapeloos en radeloos zouden moeten zijn.

Dat dit soort artikelen met deze koppen hun uitwerking op meningen hebben blijkt ook uit het feit dat Kamerleden een paar dagen na publicatie de kop letterlijk in de Tweede Kamer citeren en met succes een debat hierover met de Minister voor elkaar krijgen. Was een dergelijk effect het doel van de NRC? Heeft de redactie het artikel tegen de vier elementen die hiervoor zijn behandeld aangehouden? Denkt de NRC hiermee de neutrale lezer een dienst te hebben bewezen? Wat denkt de NRC dat dit met de polarisatie van het debat doet?


De reden om deze LinkedIn-post te schrijven was om een bredere problematiek aan te kaarten. Kwaliteitsmedia hebben een zeer belangrijke rol, juist in de huidige context, en liggen al genoeg onder vuur. Balans, goede analyses, correctheid in feiten en nuance in berichtgeving zijn van uitermate groot belang om die rol goed te vervullen. Dat steeds meer experts op hun vakterrein tekortkomingen op dit vlak zien en abonnees op basis hiervan afhaken is ronduit zorgelijk. Daarmee ondergraven dergelijke media hun eigen positie terwijl ze juist alle steun in het vervullen van die rol kunnen gebruiken. (Hoofd-)redacties: dit kan en moet beter!

Gerben Broekema